woensdag 31 januari 2018

24 van onderdelen... ver ver weg

De zon zakt weer gestaag achter de mangotree. Na een dag 'travelling' ben ik een half uur geleden met een luxe Mercedes bij de garage in Brikama aangekomen. Met de benodigde onderdeeltjes om de voorwielen weer onder de jeep te monteren.
Het klinkt eenvoudiger dan het was.
Midden op de dag in de hitte stuurde de 'over-all-boss' een van zijn mensen naar een shop in Busumbala die Black and White zou heten. En ik moest mee want het moest worden betaald. Zo probeerde ik fief op mijn sportschoenen de jongen bij te houden op weg naar een 'van', een redelijk net busje gevuld met vierentwintig man. Aangekomen bij Black and White riep ik stom verbaasd: " ..maar dit is Kappie!" Een Nederlandse garagehouder cq automonteur.
"Nee nee nee, voor Suzuki onderdelen moet je naar Abblay in Jabang, een godvergeten dorp verweg. Ok, taxi? Niet te betalen. Bushtaxi dan maar. En daarna alsnog een taxi want niet bereikbaar met public transport. Uiteindelijk bereiken we het dorp. Bellen. Taxichauffeur kwaad: de afgesproken prijs is te weinig. Abblay bemoeit zich er tegenaan terwijl ik domweg de andere kant uit kijk.
Goed, alles uitgelegd. Overleg met Arno, mijn Suzuki man in Nederland.
Abblay is trots dat hij de enige in Gambia is die Samurai doet. Ik vertel hem dat Arno de enige in Holland is.
"We are Brothers!" roept hij lachend als ik hem via Whatsapp met Arno laat praten.
Dan racet hij weg in een Mercedes om de benodigde onderdelen te halen.
Ondertussen krijg ik een houten kont op het smalle bankje onder de boom en besluit op zoek te gaan naar een shop. Nergens te vinden. Op zijn Gambiaans 'stuur' ik een jongetje met geld weg. Hij komt terug met een stokbroodje mayo. Beter iets dan niets.
Opeens komt het stuur ter sprake. Of dat soms trilt.
"Yes yes, I thought it was the Road!"
Alsof ik een mop verteld heb zo gieren ze het uit..
"Not!?!?" vraag ik. Ik voel al wat eraan zit te komen, meer onderdelen. Weer stapt Abblay in de Mercedes en racet naar Sukuta. Na een uur is hij terug. Ik neem foto's van de onderdelen die Arno stuk voor stuk goedkeurt. Niet nadat hij de nodige waarschuwingen gegeven heeft: doe dit, vergeet niet dat, etc.
De terugreis kan beginnen.
"You want a taxi?"
Ik heb al zoveel geld uitgegeven aan onderdelen dat een taxi er ook wel bij kan.
We stappen in de luxe Mercedes. Achterin zak ik doodvermoeid weg in de leren kussens, de zon op m'n gezicht en val in slaap. In Brikama word ik wakker geschud. We lopen naar de jeep die nog steeds fier omhoog staat.
"Coffee! I need coffee!"
Er worden twee jongetjes geroepen. Braaf sjok ik achter ze aan naar het lokale koffietentje en overdenk de dag. Als het mee zit kan ik misschien om acht uur terug naar huis rijden. Malang heb ik naar zijn moeder gestuurd per telefoon. Die weigert (bijna) hem op te vangen omdat ze niet weet waar hij is. 
"Sorry, I am far away and cannot come home. You find him!"
De telefoon maakt een eind aan het gesprek. Batterij leeg. Hoe toepasselijk.

dinsdag 30 januari 2018

23 wat is dat nou? Olie?

De volle maan werpt een vaag blauwig licht op de 'garage', een vuile plek onder een mangoboom. Autowrakken staan, hangen, liggen zigzag rond de boom. De jeep staat er fier tussen, met de voorkant opgekrikt en leunend op een oud motorblok. Als er olie over de banden loopt is er iets niet goed. Denkend aan de GillyGilly die ik vorige week zijn wiel zag verliezen, ben ik voorzichtig naar Brikama gereden. Einddoel was Gunjur, naar huis na een lange dag. Niet alleen voor mij, maar ook voor de boys. Die hebben vandaag de achtste Stove gemetseld.
Na overleg dus toch maar besloten niet door naar Gunjur te rijden.
In no time had de monteur het wiel eraf,  de boutjes en moertjes keurig op een doekje  in het zand.  Dan moet er natuurlijk een onderdeel komen. Inmiddels weet ik hoe dat gaat. Men loopt weg naar de overkant, of als het daar niet is een paar meter verderop . Van mij wordt verwacht dat ik erachter aan kom, want het moet immers betaald worden?  Dus sjok ik met m'n vermoeide poten van de ene naar de andere shop. Gelukkig staat er altijd wel een bankje of stoel aan de straat. Niet alleen handig omdat ik afgepeigerd ben, maar ook omdat ik me als toubab het liefst ver van elke aankoop houd.
Bij de tweede shop moet ik volgens de jongen die de garage gestuurd heeft twee 'Afdichtringen' kopen. Hij praat even met de verkoper en opeens moet ik er vier kopen
"Yes, four they said"
Ik kijk hem verbaasd aan. Twee wielen toch? Uiteindelijk gaan we met twee terug.
Ondertussen is de zon achter de bomen gezakt. De jongens die de reparatie uitvoeren - drie aan elk wiel - hebben hun mobieltjes in de mond als zaklantaarntje. In opperste verbazing en bewondering zie ik hoe ze keurig alles schoonpoetsen en opnieuw dik invetten. (Dat vet had ik ook gekocht, twee vol geschepte blikjes).
De hiërarchie van de drie lijkt me: een  hoofdmonteur (met rastahaar),  een assistent en een leerling. En dat dus twee keer, een keer links en een keer rechts.
Mijn boys hangen wat tegen auto's. Ze willen perse bij me blijven. Dan weer sturen ze een kind om een sigaret te halen, dan weer om lucifers, etc. Vervelen doen ze zich duidelijk niet.
Ik daarentegen wil niets van het gebeuren aan het wiel missen en sta gebogen achter de monteurs. Ik herken een hoop van de tijd dat ik bij Arno aan een Samurai werkte. Maar als je me vraagt hoe dingen heten, dan blijf ik flink in gebreke. Om de rug te strekken hobbel ik af en toe wat tussen de wrakken en zie opeens een oude man dwars achter het stuur van zo'n wrak zitten. Al eerder zag ik dat de rastamonteur naar dat wrak gelopen was. Ik maak een praatje met de oude man en snap opeens hoe het zit. Hij is de 'over-all-boss' ,  de baas dus.
"Yes yes" lacht hij "is me, the over-all-boss. My boy learned it from me since he was young."
Ik prijs zijn leerling die nu hoofdmonteur is en de oude man knikt en knikt.
"Yes he is very good!"

Het wordt later en later, kwamen we daar om half zes aan, nu loopt het al tegen achten.
"Malang!" schiet het door me heen. Die staat natuurlijk voor de Roundhut. Snel bel ik Oumi of ze hem op wil vangen. Autopech!
Ondertussen hebben de jongens de wielen er werd opgezet, boutje na boutje in omgekeerde volgorde.
"Djellou?" vraag ik als ik wil betalen. De rastamonteur wijst naar het autowrak waar de baas in huist. Aha, het geld moet afgedragen worden. Mijn praatje met de oude man doet hem besluiten me niet het vel over de oren te trekken. Ik werk immers voor de gemeenschap, toch.. Mama Africa?
Met tweehonderd per wiel ben ik klaar. Omrekenen doe ik allang niet meer. Vergelijken wel: 4 pakken volle melk (duur) of 29 stokbroden (goedkoop).  Morgen terug om de nog ontbrekende afdichtring te regelen. Die was even niet 'voorradig'.
"Can I drive with it?!"
"No problem" en hij laat me zie dat er al eentje op zit. Dus toch twee per wiel..
De weg terug naar huis is donker. De strepen op de weg zijn allang vervaagd en ik tuur me rot. Met kramp in mijn armen en schouders komen we om half negen bij de Roundhut aan. Malang zit gelukkig binnen bij Oumi. Snel snel snel, boodschappen naarbinnen, water voor bad koken, eten en naar bed.
De dag is om. Maar eerst nog even schrijven ;-)

dinsdag 23 januari 2018

23 je zou er geen dalassi voor geven

Als je ze ziet rondscharrelen op het vuile achterplaatsje waar wij een stove gaan plaatsen, tussen oude jerrycans, roestige pannen en  verdwaalde kapotte kleren, met hun rare lellen en bulten op hun kop als rare gezwellen, dan zou je geen dalassi voor ze geven. Maar als ze hun kont naar je toekeren en hun veren omhoog gaan in een waaier - grijs en zwart met snoezige witte donsveertjes aan de uiteinden - dan is het opeens een ander verhaal. Ik ben geen kenner. En dus houd ik het maar vaag:  een kalkoen? Gekruist met een pauw? Wie het weet mag het zeggen.
Het kalkoenen ecbtpaar dat wij hier hadden, was zwart met witte stippels, en niet van die veren. Hadden ja..
Want op een late avond hoorde ik stemmen op de compound. Gewapend met een Wakawaka lamp stapte ik met allleen een omslagdoek om het donker in, op zoek naar wie daar wel mocht wezen. Absurd natuurlijk als het dieven zouden zijn, want ik had ze niets kunnen maken. Omar en een 'brother' bleken achter de kalkoenen aan te zitten. Vol verbazing over zo'n actie in het pikkedonker spreidde ik vragend mijn handen.
"What s wrong? Mino?"
Een vaag verhaal dat het 'charity' was omdat een van brother zijn zoons omgekomen was bij het nemen van  de 'backway' - de vlucht naar Europa -  en dat zijn brother de beesten dus nodig had.
"Charity!?" riep ik verontwaardigd uit. Ik ken dat alleen als offeren. Hij gaat ze toch niet dood maken?
Als ik hem mocht geloven was het genoeg als de brother ze mee naar huis nam.

Dagen later zit ik naast Oumi , de vrouw van Omar, op het randje van de veranda. We kletsen wat terwijl we voor ons uit kijken. Ik naar de Roundhut aan de overkant en Oumi naar de twee kippen die in het zand scharrelen.
Ik hoor een gesmoorde snik en kijk opzij. De tranen staan in haar ogen.
"Look Tineke, what is left, only two chickens. Omar is stupid. His family take all of us.  Now they take the black couple. That is not nice. They are even very expensive. More then 800 dalassis. His family  dont like me. I dont care, I have my own family. But they should not take all!"

Ik sla een arm om haar heen en weet niks te zeggen. We kijken weer voor ons uit over de compound. De zon zakt langzaam achter de mangobomen.  De twee kippen zijn op stok gegaan.

vrijdag 19 januari 2018

22 kijk, luister en ruik..

De zon staat nog laag na een koude nacht. Achttien graden is koud als je aan hitte gewend bent. De palmen rijzen hoog boven het nog niet gekapte gras uit. De onderste palmbladeren hangen stil, geel verdroogd naar beneden. De resten van eerder gekapte bladeren staan daarentegen fier schuin omhoog langs de grijze stam.  De dicht bebladerde mangobomen langs de kant van het weggetje staan in bloei. Roestbruine pluimen die nog het meest van zuring weg hebben. Over een paar maanden zullen ze vol met loodzware mango's hangen.  Een enkele cashewboom  met zijn vettige ronde bladeren doet zijn best om te concurreren met de mangobomen. Uit de verte lijkt hij nog het meest op een enorme brokkoli.
Ik hobbel van school naar huis met tien jerrycans water. De security van school is ingestapt nadat ik de deur uitnodigend open gehouden had en op de zitting van de stoel had geklopt. Sinds meester Bojang geschrokken reageerde toen hij hoorde dat de man elke keer twintig dalasis van me kreeg om de cans alleen maar te vullen, vraag ik of hij met me mee gaat om ze van de jeep naar de Roundhut  te sjouwen. Loodzwaar en iedere keer weer een Challenge hoe ik ze thuis moet krijgen. Zo dus, met de security van school, die slechts onverstaanbaar bromt en altijd naar beneden kijkt, maar glimlachend opkijkt als hij het briefje van twintig dalasis  aanpakt.
Het veld en de palmbomen er verspreid over in het waterige zonnetje  is als een schilderij, zo stil is het. Stilte na de storm. De afgelopen dagen was het bewolkt en de wind joeg het stof over de compound. Je moest je handen voor je ogen houden en met ramen dicht rijden. Ongetwijfeld een slap aftreksel van de storm die over Nederland woedde.
Horen, zien en ruiken. Stilstaan bij het moment om beter te ontspannen. Het werkt zeker. Hoewel ik met ruiken niet verder kom dan de benzinelucht in de jeep. Meteen komt de boel in mijn hoofd weer in actie. Laat nakijken waarom die stank niet buiten blijft waar het hoort. En doe dit, check dat.. en vergeet niet....
De vaart komt er al weer in. Maar gedurende tien minuten is het me gelukt om 'mindfull' te zijn.

21. Ouder en ouder, for ever young..

Iedereen hartelijk bedankt voor jullie lieve felicitaties. Wonderlijk dat het je toch wat doet ook al is het slechts internet.
Het was een rare dag, maar daarom nog niet minder leuk.
Eerst de paniek omtrent de hond. Daarna begraven. Dan een woedeaanval van mij omdat men het presteerde me 250 of 300 dalasis te laten betalen voor de door mij gewenste benachin( soort nasi goreng). En dan ook nog niet voor het ontbijt van de werkers zorgen. In combinatie met de stress van het begraven was een woede uitbarsting een fluitje van een cent.
Naar zee. Dat leek me het beste. Barst met je benachin, ik regel zelf wel iets te eten voor mijn verjaardag. En dus flikkerde ik alles wat ik aan groenten etc in huis had in een zak, de al gebakken tonijn samen met wat blikjes fris en ijsblokken in de koeler en Hop! naar Salim die aan het strand een lokaal eettentje runt.
Die wilde niets liever dan voor mij koken.
Toevallig had hij twee stellen die kwamen eten, dus het was een drukte van belang. Ondertussen maakten wij kennis met elkaar, zittend aan de picknicktafel onder het golfplaten dakje. Een leuke Engelse meid met haar man uit Mali.  Ook zij woont half in Afrika (Ghana) en half in UK. Ze laat kleding maken voor festivals en verkoopt dat via internet. Klik!!
Later met Malang mijn lijf laten ontspannen in de koude (!) zee. Helaas deden mijn benen en voeten niet mee. Weer veel vocht, dus morgen beide kousen aan. Ruby, zo heet het meisje cq jonge vrouw, wilde niets liever dan met Malang spelen. Heerlijk! Vanaf mijn bedje onder de wrakke rieten parasol zag ik ze rennen en buitelen, radslagen maken en gym oefeningen doen. Of ze met hem in zee mocht. Malang heeft zijn drijvers om zijn arm en is razend goed in zee. En zo buitelden ze samen de golven in.
Achtenzestig jaar geworden vandaag. Waarom moest dat me zo letterlijk duidelijk gemaakt worden?
Thuis liggen Malang en ik vroeg op bed. Morgen gaat het vast beter met m'n lijf. Gewoon even goed slapen. Maar het was een rete  gezellige dag! Ondanks alles.

woensdag 17 januari 2018

20 een heerlijke stilte

Racen en rennen is erg on-afrikaans. Hier slentert men de straat over, al komt er een tientons truck op je afgestormd. De koeien, honden en geiten doen al net zo. Honden blijven zelfs midden op de weg liggen slapen. Een wonder hoe ik net op tijd om ze heen slinger met de jeep.
Maar ik race dus. Voor zover het lijf dat toelaat. Zo niet dan scheur ik de jeep ergens heen. Maar nu is het stil. Heb ik rust.
Wat doe ik toch fout? vroeg ik me af. Dat ik altijd moet rennen om iets klaar te krijgen. Plannen misschien. Als ik beter plan moet het goedkomen. Vandaag daarmee begonnen. Wil ik dat Malang om acht uur in bed ligt, dan zal ik al voor vijven moeten beginnen met koken. Gekkenwerk. s'Middags eten, zoals iedereen?  Ook niet echt m'n favoriet om om een uur te staan koken. Maar goed, toch maar gedaan .
Het loont. Om acht uur ligt hij gewassen en wel in bed, de katten hebben hun eten gehad en ik peuzel in stilte van een broodje chocopasta. En overdenk de dag.
Om 11 uur vanochtend ging de telefoon. De immigratieman die met diverse papieren helpt. Of ik maar even extra geld wil brengen want ik moet ook 'income tax' betalen.
"Income tax?! You say what!? Ik dont have income. Only outcome.."
De immigratieman buldert van het lachen. Maar is ook onvermurwbaar.
"You have to bring thousand"
Welja, kom maar op. Gisteren 1700. Vorige week 3700. Als al die toubabs die hier 'langer dan een weekje' zitten dit betalen, hebben ze toch aardig wat in kas.
"I am in the border of Kartong" besluit hij en hangt op.
Als ik Kartong binnenrijd is het direct feest: "Mama! Mama Africa!" Kartong is toch een beetje mijn roots. Zij hebben mij mijn naam gegeven. Iedereen kent me.
Bij de grensrivier waar de immigratieman op mij wacht  is het  weer een gezellige boel. Ik zoek een vis uit, tonijn, klets wat met de vissers, slenter (!) naar een van de lokale koffietentjes en leuter met Jan en Alleman. Twee enorme zwarte armen worden er van achter om mijn lijf heen geslagen. Of ik weet wie dat is vraagt het koffiemeisje.
"Ja hoor, is Djanko".
Nog altijd voelen zijn armen vertrouwd, al zijn we al zes jaar uit elkaar.
We kletsen wat en dan is het tijd om op te stappen. Ik wil op tijd thuis zijn voor als Malang uit school komt.
Nog even naar het marktje in Kartong voor  een bosje sla en weg ben ik.
"The Smiling Coast of The Gambia". Ok.   Maar de mooiste en liefste glimlachen worden me hier in Kartong gegeven.

vrijdag 12 januari 2018

19 Hoe een chatregel alles in een ander daglicht stelt..

Ping! Een chatberichtje van een goede kennis, tevens buurtgenoot. Fijn! Want ik hoop natuurlijk dat mijn oproepje op Facebook voor het maken van  'Smokeless kitchens' effect heeft. Gewoon even 2 flessen wijn of een paar biertjes minder dit weekend en je kunt een donatie doen voor een vijfde, zesde, zevende.. misschien wel tiende 'stove'.
Het is inderdaad een donatie. Voor maar liefst vier stoves. Maar daar is de domper. Het vreselijkste bericht dat ik maar had kunnen ontvangen. Kort en krachtig - voor zover dat mogelijk is als je onder de morfine zit - legt ze uit dat ze terminaal ziek is. Opgegeven.
...
...
...
...
Wat doe je? Wat zeg je?  Wat moet je nog na zo'n bericht. Ik probeer het me voor te stellen. Lukt niet, althans nauwelijks.
"Ik heb het geaccepteerd, maar het is erg voor mijn kinderen en mijn ouders".
Hemellief. Wat een drama. Wat is kanker toch een niets en niemand ontziende klote ziekte. Niks geen discriminatie. Oud, jong, zwart of wit, rijk of arm..
Waarom ik niet?!? Ok, ik heb heus ook wel m'n portie gehad. Maar in niets vergelijkbaar met dit.
Verdomme.  Woest scheld ik de katten de Palo uit. Donder op allemaal!
Malang kijkt me met grote ogen aan. We zitten boven zijn favoriete kipmaaltijd.
"Sorry schat, a Friend is very sick. I am angry about that."
Hij knikt. Maar erg overtuigend is het niet.
Mijn mobiel heeft het wel begrepen. Alles begint te springen en te bibberen en er is geen moer meer mee te doen. Zelfs afsluiten weigert hij. Na drie keer woest opstarten, afsluiten en weer opstarten probeer ik de chat weer op te pakken. Te laat,  ze is offline. Morfine natuurlijk.
Nu pas komen m'n eerste traantjes. Ze hield zo van vakantie. Amerika vaak, maar ook Vlieland.
"Kom een weekje zon doen" zei ik nog voor ik het bericht kreeg. Ik kan m'n tong wel afbijten.
"Kijk maar voor mij. Ik geniet van je verhalen."
Dat is het minste dat ik kan doen. Voor haar kijken, ruiken, horen en voelen.
Ik ga m'n best doen lieve meid. Dat je maar geen pijn hebt..... Ik denk aan je.

'tamtadam-tamtadamtamtadam damn damn..' drummen ze in de verte.

woensdag 10 januari 2018

18 He! helloooo there..!

De asfaltweg is heet en vol met scheuren, bubbels en gaten, maar niets vergeleken met de weg die we naar het strand nemen. Roodstoffig, breed, dat dan weer wel, en zigzag vol met sporen van vorige weggebruikers. Hier is rechts houden niet echt  het devies. Go with the flow is het meer. Je volgt de sporen van je voorganger en komt er een tegenligger dan wijk je uit. Naar links, of naar rechts, of helemaal niet omdat de ander al besloten heeft uit te wijken. En dat alles zonder botsingen te maken. Je omzeilt een heftige kuil vlak voor je en direct moet je kiezen of je rechts of links gaat omdat rechtdoor je regelrecht in een diepe gleuf doet belanden. Het went. Slalommen in zijn twee en soms nog maar in zijn een, om daarna flink gas te geven in zijn drie om het wasborddek te lijf te gaan.
Mooi is het wel. Die felle bruinrode kleur tegen de helblauwe hemel. Eerst nog compounds, maar al gauw slechts palmbomen en onder gestofte cashewbomen. Later een moerasje en rijstveldjes in de maak.
Voor me op de brede weg schuifelt voorzichtig een niet meer zo jonge man met een zware pallet op zijn hoofd. Bied ik hem aan te helpen? Of moet ik me niet overal tegenaan bemoeien? Als ik hem enkele meters voorbij gehobbeld heb, trap ik op de rem. Soms hoef je niets te beslissen. Dan doet je lijf gewoon wat het beste is lijkt het wel.  Mijn hand zet de jeep in zijn achteruit en we stoppen naast de man.
"Can I help you maybe?"
"Madame, je parle francais."
Ook voor taal is een automatische piloot klaarblijkelijk, dus ik vraag hem in keurig Frans of hij hulp wil. Dat wil hij.
Oei! Die pallet is wel heel groot. We proppen het in het bakkie achterin. De deur kan niet meer dicht omdat we hem verkeerdom schuin er in gezet hebben. Ook niet op een kier. Nou dan hoef je daar ook verder niet over na te denken. Komisch. Met wijdopen achterdeur breng ik de man naar zijn werkplaats verderop. Hij is timmerman en ik moet natuurlijk vooral weer terug komen om iets te laten maken.
"Oui oui, merci beaucoup monsieur." 
"Vous etes tres tres tres gentil madame."
Wat ik daarop moet zeggen weet ik opeens niet meer. En dus bedank ik hem maar. In het Mandinka. Zoals alle Gambianen ongeveer elke ontmoeting met een dankjewel afsluiten.
Hij zet de pallet weer op zijn hoofd en struint door het hoge gras naar zijn werkplaats. Wij gaan de weg naar het strand vervolgen.
Geen wasbord meer, geen gat hier of daar, maar een droog gevallen 'rivierbedding', resultaat van het regenseizoen. Nu keihard opgedroogd en funest voor de jeep die onder me uit elkaar lijkt te rammelen. Als ik rechts in een gleuf duik en direct daarna links naar beneden zijl en met  mijn hoofd tegen het portier knal, moet ik denken aan Arno van Suzis Place, mijn Suzuki garage in Nederland. Als hij offroad gaat heeft hij een helm op.
Dat ga ik ook maar eens overwegen.

maandag 8 januari 2018

17 kokkelekoo!! Het is stil op de compound

De zon schijnt weer na een weekje bewolking. De scholen zijn weer begonnen en ik ben weer aan de schoonmaak.
Vanochtend vroeg, na een snelle kop koffie en de traditionele havermoutpap met rozijntjes, togen Malang en ik naar school. Even iedereen gelukkig nieuwjaar wensen dacht ik.
In de groentetuin zie ik meester Bojang. Hij is de kool en de 'bieslook' aan het bewateren. In een kaal groentenbed staat een eenzaam slaplantje.
"Ik dont know what is wrong. We buy seeds and they dont come".
Ik verbaas me nergens meer over. Van mijn zaden is slechts een piepklein sliertje over met twee armetierige blaadjes. En ook die begaven het bijna.
De hele vakantie heeft hij in de schooltuin gewerkt. Ik vind dat nogal wat. Leraren worden slecht betaald en als ze dan ook nog hun vrije tijd erin stoppen: alle respect.
Behalve de meester is er nog niemand aanwezig. Malang is de enige leerling en ik zei de gek. Ik loop op de school af om te kijken of er soms iemand in de klas is. Niet dus. Wat ik wel zie is een klas vol met fietswrakken.Huh? Maar eens navragen wat daar de bedoeling van is. De klas zelf is een vreselijke bende. Alles is onder gestoft in dikke lagen. De vloer lijkt in jaren niet geveegd. De ramen hebben geen glas en dan is het in twee weken gauw gebeurd.
"Niet lullen maar poetsen" is de laatste jaren mijn devies.
Ondertussen is de Principal Mariama aangekomen. Na over en weer Happy New year gezegd te hebben begin ik direct maar over de fietsen.
"They are broken. We dont know where to store them".
Ok, mag ik ze uit de klas laten halen?
"Yes, no problem" luidt het bijna standaard antwoord.
Ik wijs in het wilde weg wat kids aan die zojuist gearriveerd zijn.
"Take them out please!" Waar ze ze neer smijten zal me een zorg zijn. Na gesjouw, geduw, getrek en gesleep ligt even later de baal fietswrakken op de galerij van de school.
Ik suggereer ze te verkopen. Desnoods als oud ijzer.
"Yes we will do" zegt de Principal. Ach, het is maar een idee. Waarschijnlijk ligt de hoop er nog steeds als het Pasen is.
Inmiddels heb ik zes vegertjes geregeld van bosjes riet. De kinderen moeten eerst al het stof van de tafels en de banken slaan. Als een strenge juf hou ik toezicht zodat er niet naar raak heen en weer gemept wordt. Een emmer, een doek.
De Principal duikt in een kastje achter haar bureau. Daar zie ik wat emmers die ik gekocht heb destijds. Waarschijnlijk houdt ze die als reserve.
Malang houdt van poetsen en gaat met een bosje riet flink aan de slag. Daarna met een natte doek. De zware tafels met bankjes zijn zo vies dat ik het water na twee al moet verschonen. Vol verbazing ziet Malang's juf emmer na emmer in de planten geleegd worden.
"Sorry, with dirty water we cannot clean". Ze lijkt niet erg overtuigd.
Wel sproeit ze de grond nat zodat we het voor de tweede keer kunnen vegen. Na
een uurtje is de klas prachtig schoon.
Ik heb zo de geest dat ik ook nog maar 'even' de klas van meester Bojang doe. Die heeft dat wel verdiend.
Na de 'assembly' waarin de kinderen grondig en uitgebreid - te uitgebreid - de regels van de school worden bijgebracht alsof ze voor het eerst komen, daarna dus, stormen ze de klassen in.
"You have to do upstairs as well" weet een van de andere juffen te melden. Zonder enige gene. Ik zal er wel nooit aan wennen.
Thuis wacht me een vies huis en een baal afwas.
Niet lullen maar poetsen Tien!

dinsdag 2 januari 2018

16 You know what?!

Het is negen uur in de ochtend als Malang naast me in bed kruipt. Om half acht riep ik hem te gaan piesen zodat hij nog even extra kon slapen. Elk uurtje extra telt want oververmoeid na de feestdagen.
"You know, today I want to do racing".
Denk denk denk. Wat bedoelt hij?!
"I want the helmet and the gloves" verduidelijkt hij me.
Aha, dat is lang geleden. Fietsen met alles erop en eraan!
"Ok, no problem, but first we clean the house for the new year."
Een pruillip verschijnt. Wat daarna komt kan ik raden. Ik leg hem uit dat ik ook niet van schoonmaken houd maar dat het nou eenmaal moet gebeuren. En dat we de Kerstboom en de lampjes op gaan bergen tot volgend jaar.  Dat klusje trekt hem wel en na het ontbijt gaat hij direct aan de slag. Ik begin zuchtend en puffend de stoelen van de vloer te halen. Malang veegt zijn kamer en ik de mijne. Daarna vindt hij het mooi geweest.
"No no, we make the Palo dirty together, so we clean it together".
Gesnotter, de eerste traantjes.
"Ik dont cry, so why should you?"
Dan vertel ik hem over vroeger. Hoe ik van mijn moeder moest helpen met de vloer schoonmaken. Ze gaf me een oude gymbroek. Die trok ik vervolgens aan en schoof op mijn billen door de kamer. Dat maakt Malang aan het lachen door zijn tranen heen.
"Kom, we doen het fat fat fat, snel snel snel".
Na een uurtje of twee is alles aan kant en keurig gedweild.
"Ik am proud of us. We did it!"
Van Malang moet ik m'n ogen sluiten en bukken. Ik krijg een lief kusje op m'n wang. De tweede al vandaag.
Samen graven we buiten nog even een gat voor de inmiddels wortelende stekkies. Tot aan zijn billen zit hij onder de modder. Dolgelukkig.
"Can I take bath  before I put the helmet?" Tuurlijk.
En zo gaat hij schoon op pad met zijn fietshelm op en zijn handschoentjes aan.
Racen. Eindelijk racen..