woensdag 10 januari 2018

18 He! helloooo there..!

De asfaltweg is heet en vol met scheuren, bubbels en gaten, maar niets vergeleken met de weg die we naar het strand nemen. Roodstoffig, breed, dat dan weer wel, en zigzag vol met sporen van vorige weggebruikers. Hier is rechts houden niet echt  het devies. Go with the flow is het meer. Je volgt de sporen van je voorganger en komt er een tegenligger dan wijk je uit. Naar links, of naar rechts, of helemaal niet omdat de ander al besloten heeft uit te wijken. En dat alles zonder botsingen te maken. Je omzeilt een heftige kuil vlak voor je en direct moet je kiezen of je rechts of links gaat omdat rechtdoor je regelrecht in een diepe gleuf doet belanden. Het went. Slalommen in zijn twee en soms nog maar in zijn een, om daarna flink gas te geven in zijn drie om het wasborddek te lijf te gaan.
Mooi is het wel. Die felle bruinrode kleur tegen de helblauwe hemel. Eerst nog compounds, maar al gauw slechts palmbomen en onder gestofte cashewbomen. Later een moerasje en rijstveldjes in de maak.
Voor me op de brede weg schuifelt voorzichtig een niet meer zo jonge man met een zware pallet op zijn hoofd. Bied ik hem aan te helpen? Of moet ik me niet overal tegenaan bemoeien? Als ik hem enkele meters voorbij gehobbeld heb, trap ik op de rem. Soms hoef je niets te beslissen. Dan doet je lijf gewoon wat het beste is lijkt het wel.  Mijn hand zet de jeep in zijn achteruit en we stoppen naast de man.
"Can I help you maybe?"
"Madame, je parle francais."
Ook voor taal is een automatische piloot klaarblijkelijk, dus ik vraag hem in keurig Frans of hij hulp wil. Dat wil hij.
Oei! Die pallet is wel heel groot. We proppen het in het bakkie achterin. De deur kan niet meer dicht omdat we hem verkeerdom schuin er in gezet hebben. Ook niet op een kier. Nou dan hoef je daar ook verder niet over na te denken. Komisch. Met wijdopen achterdeur breng ik de man naar zijn werkplaats verderop. Hij is timmerman en ik moet natuurlijk vooral weer terug komen om iets te laten maken.
"Oui oui, merci beaucoup monsieur." 
"Vous etes tres tres tres gentil madame."
Wat ik daarop moet zeggen weet ik opeens niet meer. En dus bedank ik hem maar. In het Mandinka. Zoals alle Gambianen ongeveer elke ontmoeting met een dankjewel afsluiten.
Hij zet de pallet weer op zijn hoofd en struint door het hoge gras naar zijn werkplaats. Wij gaan de weg naar het strand vervolgen.
Geen wasbord meer, geen gat hier of daar, maar een droog gevallen 'rivierbedding', resultaat van het regenseizoen. Nu keihard opgedroogd en funest voor de jeep die onder me uit elkaar lijkt te rammelen. Als ik rechts in een gleuf duik en direct daarna links naar beneden zijl en met  mijn hoofd tegen het portier knal, moet ik denken aan Arno van Suzis Place, mijn Suzuki garage in Nederland. Als hij offroad gaat heeft hij een helm op.
Dat ga ik ook maar eens overwegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten